Borstvorming bij mannen is heel normaal
In tegenstelling tot de ruime aandacht die er vaak in de media besteed wordt aan borstafwijkingen bij vrouwen is borstvorming bij mannen over het algemeen een weinig besproken onderwerp. En toch komt het vaak voor.
Ook mannen zijn in de evolutie namelijk uitgerust met borstklierweefsel. Indien dit borstweefsel zich meer dan gemiddeld ontwikkelt wordt gesproken van gynaecomastie, een combinatie van het griekse woord gyne (vrouw) en mastos (borst). Het klierweefsel kan pijnklachten geven maar meestal is het de toegenomen zwelling die als cosmetisch storend ervaren wordt.
Oorzaken
In verreweg het grootste deel van de gevallen betreft het een normaal (ook wel `fysiologisch` genoemd) verschijnsel dat ontstaat onder invloed van hormonen. Er wordt geschat dat enige mate van gynaecomastie bij zo`n 40% van de mannelijke bevolking voorkomt en het kan zowel enkelzijdig als dubbelzijdig aanwezig zijn. Bij de fysiologische vorm zijn er drie periodes in het leven waarin de borstvorming duidelijker aanwezig kan zijn en groter kan worden. De eerste periode is vlak na de geboorte. Niet alleen meisjes maar ook jongens hebben bij de geboorte namelijk al een kleine hoeveelheid borstklierweefsel dat zich achter de tepel en het tepelhof bevindt. Dit kan duidelijk voelbaar zijn als een kleine platte schijf en zorgt er soms zelfs voor dat de tepel wat naar voren staat. De aanwezigheid van dit borstklierweefsel bij de geboorte komt door invloed van de hormonen van de moeder. Deze verdwijnen in de eerste twee maanden uit het lichaam van de baby en daarmee meestal ook de aanwezige zwelling. De tweede periode is in de adolescentie (de leeftijdsperiode tussen de 14 en ~20 jaar). Tijdens deze periode veranderen de hormoonspiegels in het lichaam wat in veel gevallen (wel 65% van jonge mannen) tot tijdelijke borstvorming kan leiden. Dit kan enkele jaren aanhouden maar verdwijnt bijna altijd (>90%) ook weer spontaan. Daarom wordt in de meeste gevallen van gynaecomastie op deze leeftijd dan ook geadviseerd om af te wachten tot na de adolescentie met eventuele behandeling. De laatste periode waarin fysiologische borstvorming kan optreden is op latere leeftijd (50-80 jaar). Ook hier spelen veranderingen in hormonen in het lichaam een grote rol en krijgt zo`n 40% van de mannen enige mate van borstvorming. De kans op spontaan verdwijnen is hier een stuk minder.
Naast de fysiologische oorzaken zijn er nog vele andere oorzaken bekend voor mannelijke borstvorming.
Ook bij mannen kan bijvoorbeeld borstkanker voorkomen die zich presenteert als zwelling. Tevens kunnen andere vormen van kanker die hormonen produceren, zoals kanker van de zaadbal of luchtwegen, het klierweefsel laten zwellen. Ook overactiviteit van de schildklier, een lever- of een nierziekte en een uitgebreide lijst van medicijnen kunnen aan de aandoening ten grondslag liggen. Denk hierbij aan anabole steroïden maar ook bepaalde hartmedicijnen of cannabis. Tenslotte kan er borstvorming ontstaan door een overmatige hoeveelheid vetweefsel, meestal gepaard met overgewicht. Dit wordt ook wel `pseudo` gynaecomastie genoemd omdat er eigenlijk geen kierweefsel aanwezig is.
Behandelmogelijkheden
De behandelopties van gynaecomastie zijn erg afhankelijk van de onderliggende oorzaak. Het is daarom essentieel om eerst uit te vinden wat deze oorzaak is. In de praktijk komt dit neer op uitsluiten en zo nodig behandelen van de genoemde niet-fysiologische oorzaken. Vervolgens zal de behandeling afhangen van zowel de aard (klierweefsel of vetweefsel) als de mate van vergroting. Bij een kleine klierschijf zonder huidoverschot kan het weefsel meestal verwijderd worden via een sneetje langs de onderste rand van het tepelhof. Dit kan soms onder lokale verdoving maar als er sprake is van een grotere klierschijf zal dit al snel onder narcose gebeuren. In een deel van de gevallen is er ook sprake van een huidoverschot. Hierbij kan er na het verwijderen van het klier of vetweefsel een slap huidzakje achterblijven waarbij er dan ook geadviseerd zal worden om een verkleining van de huid toe te passen. Hierbij zal in principe de tepel en tepelhof altijd behouden blijven en zal de plastisch chirurg zorgen dat het litteken zo onopvallend mogelijk is door het rondom het tepelhof te plaatsen. Als er tenslotte vooral sprake is van vetophoping dan kan behandeling door liposuctie een goede oplossing zijn. Hierbij hoeven er slechts 1 of 2 kleine sneetjes gemaakt te worden en blijven er dus maar kleine littekens over. Echter, klierweefsel laat zich niet zo gemakkelijk wegzuigen en met liposuctie kan de huid ook niet verkleind worden. Al met al is borstvorming bij mannen dus eigenlijk heel gewoon en verdwijnt in het grootste deel van de gevallen spontaan weer. Mocht dit echter niet het geval zijn en ervaart u pijnklachten, stoort zich aan de zwelling of schaamt zich ervoor, schroom dan niet om een afspraak te maken bij een plastisch chirurg om de behandelopties in uw specifieke situatie te bespreken. www.bloemingdael.nl