Hoe voorkom je een vitaminegebrek in de wintertijd?
Een groot deel van de Nederlanders kampt met name in de wintermaanden met een vitaminetekort.
Sommigen zijn zich daarvan bewust en slikken extra vitaminepillen om dat tekort te compenseren. Anderen menen dat ze door gezond te eten voldoende vitaminen zullen binnenkrijgen. Wie heeft er nu gelijk en aan welke vitaminen hebben we vooral behoefte?
Laten we eerst eens bekijken waarom in de winter gemakkelijk een vitaminetekort kan ontstaan. De voornaamste oorzaak hiervan ligt in het feit dat we minder zonlicht op onze huid krijgen. Sowieso is de zon natuurlijk in de wintermaanden in ons land veel minder lang zichtbaar dan in de zomer. Mensen die de hele dag buiten zijn, pakken desondanks nog voldoende zonlicht mee. Maar vooral wanneer we veel binnen blijven, missen we al snel een dosis vitamine D. Deze vitamine wordt namelijk door ons lichaam aangemaakt onder invloed van zonlicht. Het gaat hier specifiek om vitamine D3, die zich vormt in de huid en die we kunnen opslaan in de lever en in ons vetweefsel. In de zomermaanden slaan we weliswaar veel vitamine D3 op, maar vaak is het niet voldoende om de herfst en winter mee te kunnen overbruggen. Een gebrek aan vitamine D leidt er onder meer toe dat ons lichaam minder goed in staat is om calcium op te nemen. Dat is een belangrijke bouwstof voor onze botten. Bij een gebrek aan calcium kan osteoporose (botontkalking) ontstaan.
We kunnen het gebrek aan vitamine D compenseren door bepaalde voedingsmiddelen tot ons te nemen. Vette vis is een waardevolle bron van vitamine D. Je hebt elke dag zo’n vijftien microgram van deze vitamine nodig en door elke dag honderd gram haring, makreel of zalm te eten, krijg je deze hoeveelheid binnen. Dan doemt echter direct het volgende probleem op: zou je elke dag honderd gram van deze vissoorten eten, dan kun je nauwelijks nog spreken van een gevarieerd eetpatroon. Beter is het om deze producten bijvoorbeeld één of twee keer per week op het menu te zetten. Zijn er nog andere voedingsmiddelen die vitamine D bevatten? Ja, die zijn er wel, maar de hoeveelheid is gering. Zo bevatten eieren bijvoorbeeld slechts twee microgram vitamine D per honderd gram. Dat is dus slechts een achtste van de hoeveelheid die je in de genoemde vissoorten aantreft. Probeer in elk geval juist in de winter dagelijks een uurtje daglicht buiten mee te pakken. Ook als de zon niet schijnt, maakt je huid onder invloed van daglicht wel wat vitamine D aan.
En als dat nog niet voldoende is? Moeten we dan een voedingssupplement erbij slikken? Raadpleeg hiervoor bij voorkeur eerst je huisarts. Je kunt namelijk ook een overdosis vitamine D binnenkrijgen, al zal dat bij gemiddeld gebruik niet snel gebeuren. Daarmee zou je jouw eigen lichaam in feite aan het vergiftigen zijn. Je arts kan je adviseren over de vraag of het slikken van extra vitamine D in jouw geval noodzakelijk is. Overweeg ook om de volgende producten op het menu te zetten: rundvlees, lever, muesli en smeerbare boter/margarine. Ook deze voedingsmiddelen bevatten een bepaalde hoeveelheid vitamine D. Hetzelfde geldt voor volle zuivel. Bedenk dat een gebrek aan vitamine D kan leiden tot een verminderd immuunsysteem. Juist in de winterperiode moet je goed beschermd zijn tegen allerlei kwaaltjes, dus is het belangrijk om een vitaminegebrek te voorkomen. Ook je gemoedstoestand vaart er wel bij, want juist vitamine D zorgt ervoor dat je jezelf lekker in je vel voelt zitten en gaat depressieve gevoelens tegen.