Krijgt u wel voldoende vitamine D?
De manier waarop in Nederland wordt omgegaan met vitamine D (ook wel ergocalciferol), is voor mij al jarenlang een bron van ergernis.
En het beroerde is: dat boek is nog altijd actueel ...
Ik moedig daarin de Nederlander aan om zijn gezondheid in eigen hand te nemen en niet langer de oren te laten hangen naar de Gezondheidsraad en het Voedingscentrum. De voedingsvoorlichting in Nederland is feitelijk failliet. In ons land bepaalt de Gezondheidsraad voor verschillende groepen van de bevolking de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden (ADH’s) van essentiële voedingsstoffen.
De ADH geeft aan hoeveel van een vitamine of mineraal gemiddeld in de dagelijkse voeding aanwezig moet zijn om geen gebreksziekte te krijgen. De klassieke gebreksziekte van vitamine D is rachitis, ofwel ‘Engelse ziekte’. Rachitis is nagenoeg uitgebannen. Maar de ADH voor vitamine D is veel te laag om sluipende processen af te remmen die over een periode van tientallen jaren onze gezondheid kunnen ondermijnen. Internationale vitamine D-experts zijn het erover eens dat een algemeen dagadvies van 50 mcg (2000 IE) kan voorkomen dat mensen onnodig sterven aan de gevolgen van osteoporose, kanker, diabetes, multiple sclerose en andere aandoeningen. Dit dagadvies ondersteun ik daarom van harte. Minder borstkanker Hoe omvangrijk de gezondheidswinst kan zijn, laat zich nog het best illustreren met het voorbeeld kanker. Voor diverse soorten kanker is een relatie met vitamine D gevonden. Voorbeelden zijn prostaat-, borst- en dikkedarmkanker. Meer onderzoek is nodig. Maar Amerikaanse wetenschappers hebben berekend dat wanneer Nederlanders elke dag 25 mcg (1000 IE) vitamine D zouden nemen, in ons land op jaarbasis bijna zevenduizend minder doden als gevolg van kanker te betreuren zouden zijn. Dit is een afname van maar liefst 18 procent. En het begint al in de jeugd. Meisjes die tussen hun tiende en negentiende levensjaar beter voorzien zijn van vitamine D, hebben later minder kans borstkanker te krijgen.
De ADH’s voor ergocalciferol zijn al decennialang veel te laag om een brede waaier aan gezondheidsproblemen te kunnen voorkomen. Een dagelijks voedingssupplement met vitamine D is de enige uitweg. Want met aanpassingen van het voedingspatroon is het onmogelijk om de hoeveelheden te halen die de vitamine-D experts adviseren. Zalm en haring ‘Vitamine D’ is een verzamelnaam van stoffen die dezelfde biologische activiteit hebben als het – in vet oplosbare – vitamine D3 (cholecalciferol).
Vitamine D3 komt voornamelijk voor in voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. Een glas melk levert ongeveer 100 IE (2,5 mcg) vitamine D. Vis is de rijkste bron. Honderd gram zalm levert circa 450 IE en een even grote hoeveelheid haring 800 IE. Sardines uit blik (100 gram) geven 260 IE. Omdat de dagelijkse voeding te weinig vitamine D levert, is suppletie noodzakelijk voor een voldoende aanvoer. Hierbij komt dat het lichaam gemiddeld ongeveer 50 procent opneemt van het in de voeding aanwezige ergocalciferol. De opname uit voedingssupplementen is 55 tot 99 procent.
Voeding is niet de enige bron van vitamine D
Een andere bron is de productie van vitamine D in de huid onder invloed van ultraviolet licht. Maar aanmaak in de huid via zonlicht heeft in Nederland alleen kans van slagen van april tot oktober. Illustratief is een studie die in Engeland werd uitgevoerd. Het bleek dat maar liefst 90 procent van de Britten gedurende de winter en lente een vitamine D-tekort had. Dat zal hier niet veel gunstiger uitpakken, want Nederland bevindt zich op eenzelfde breedtegraad (52?) als het zuiden van Engeland.
www.voedingengedrag.nl