Sociale contacten houden je hersenen gezond
Door de jaren heen is onze samenleving voortdurend aan verandering onderhevig.
Als je de situatie vergelijkt met die van pakweg twee eeuwen geleden, zie je een wereld van verschil in de manier waarop we met elkaar omgaan. Nederland is steeds individualistischer geworden. We leven soms letterlijk langs elkaar heen en we bekommeren ons nog maar weinig met de mensen in onze directe woonomgeving. Dat dit soms tot zeer schrijnende situaties leidt, wordt zo nu en dan pijnlijk duidelijk als er weer eens een bericht in de krant verschijnt over een overleden buurtbewoner, die dagen of zelfs weken in de woning heeft gelegen, voordat iemand het ontdekte.
Mensen die van buiten Nederland komen, kijken heel vreemd naar de afstandelijkheid die wij onszelf geleidelijk hebben aangemeten. Je ziet bij goed weer vaak groepen mensen uit andere culturen bijeenkomen in buurtparkjes of gewoon op het trottoir voor de woning. Zij zijn het in hun thuisland namelijk nog wel gewend om er veel sociale contacten op na te houden. Het verschilt overigens ook per regio hoe de Nederlanders zonder migratieachtergrond daar zelf instaan. In het oosten van het land heerst het buurtgevoel nog wat sterker dan in het verstedelijkte westen. Toch zou het beslist geen kwaad kunnen als we allemaal wat vaker contact met andere mensen zouden hebben.
Volgens de Hersenstichting ben je over het algemeen gelukkiger en leef je gemiddeld langer als je een actief leven leidt met veel sociale contacten. Bij sociale contacten zijn verschillende hersengebieden betrokken. Je hersenen worden dus volop geprikkeld. Op de eerste plaats train je er je geheugen mee, want je krijgt voortdurend nieuwe informatie te verwerken. In gesprekken met mensen hoor je van alles en het is nuttig om die informatie goed op te slaan, zodat je er later nog eens op terug kunt komen. Daarbij spelen ook de emotionele hersengebieden een rol, want die stellen je in staat om medeleven te tonen wanneer iemand iets vervelends heeft meegemaakt.
Ook de uitvoerende functies van de hersenen komen aan bod, want als je veel sociale contacten hebt, zul je een beetje moeten kunnen plannen en organiseren om dat allemaal in goede banen te leiden. Overigens zegt het aantal sociale contacten natuurlijk nog niets over de kwaliteit ervan. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceerde in 2020 een artikel over sociale contacten met daarin aandacht voor de verhouding tussen kwantiteit en kwaliteit. Uit de gegevens blijkt dat veel mensen graag meer sociale contacten zouden willen hebben, terwijl negen op de tien mensen tegelijkertijd wel heel tevreden zijn over de sociale contacten die er zijn.
Alleen zijn en eenzaam zijn, dat zijn twee verschillende zaken. Sommige mensen kunnen heel goed alleen zijn en voelen zich dan niet eenzaam. Anderen kunnen zich heel eenzaam voelen te midden van een groep mensen. Het gaat er namelijk niet alleen om of er mensen bij je in de buurt zijn, het gaat er vooral om welke vorm van interactie er is. Voel je jezelf gehoord en begrepen? Heb je een emotionele band met de mensen met wie je contact hebt? Als het antwoord op die vragen positief is, zul je jezelf minder snel eenzaam voelen. Eenzaamheid is een maatschappelijk probleem dat volop de aandacht heeft. Het vormt namelijk een risicofactor die de kans op overlijden vergroot.