Heb ik misschien een lintworm?
Veel mensen gruwelen bij de gedachte aan een lintworm. Een dier, dat wel 10 meter lang kan worden en in staat is om jarenlang te blijven leven in ons darmstelsel.
Dat klinkt inderdaad niet als een aantrekkelijk scenario, maar gelukkig hoeven we ons er niet zoveel zorgen over te maken. Lintwormen komen in Nederland eigenlijk nauwelijks voor. Dat komt omdat het vlees dat wij consumeren onder strenge controle staat. Lintwormen kunnen namelijk alleen in het lichaam komen wanneer we de eitjes van deze parasieten consumeren. En die bevinden zich over het algemeen in rauw vlees.
Er zijn twee soorten lintwormen
De varkenslintworm (Taenia solium) en de runderlintworm (Taenia saginata). De varkenslintworm leeft, zoals de naam al doet vermoeden, in varkens, maar ook in mensen. Zoals al gezegd, in ons land en eigenlijk in de hele westerse samenleving kennen we deze lintworm nauwelijks. De runderlintworm leeft zowel in runderen als in mensen en komt, verhoudingsgewijs, vaker voor in onze streken. Ook hier hoeven we echter niet te vrezen, de controle op het consumptievlees is afdoende om deze parasiet buiten ons lichaam te houden. Maar wat gebeurt er als we, wellicht in het verre buitenland, dan toch eitjes van de lintworm binnen zouden krijgen? Zo'n eitje kan in de darm uitgroeien tot een lintworm van ruim twee meter. Ze kunnen uiteindelijk zelfs een lengte van tien meter bereiken, doordat er aan het achtereinde steeds weer nieuwe segmenten gevormd worden.
De lintworm voedt zich met de inhoud van onze darmen. Daarom wordt gekscherend tegen mensen die heel veel eten wel eens gezegd of ze misschien een lintworm hebben. Een lintworm hecht zich met zijn kop aan de binnenzijde van ons darmkanaal. Daar voedt hij zich, terwijl hij steeds verder groeit. Dat groeien berust op het steeds uitbreiden van het aantal segmenten, die ook wel geledingen of proglottiden worden genoemd. Elke proglottide kan op zich 80.000 tot 100.000 eitjes produceren. Deze enorme hoeveelheid eitjes verlaten het lichaam via de ontlasting. Ook de proglottiden zelf kunnen loslaten en zich via de ontlasting een weg naar buiten werken. Ze zijn in de ontlasting zichtbaar als kleine, witgele stukjes. Wanneer iemand een lintworm heeft, zonder dit te weten, kan het in principe vrij lang duren voordat de diagnose wordt gesteld, omdat er in de meeste gevallen nauwelijks sprake zal zijn van klachten. Een lintworm zal veelal vooral leiden tot wat lichte buikpijn, maar er zijn ook andere klachten mogelijk. Regelmatig een gevoel van honger of juist een gebrek aan eetlust kan duiden op de aanwezigheid van een lintworm. Ook klachten als vermoeidheid, misselijkheid, overgeven, diarree en gasvorming kunnen een indicatie zijn voor de aanwezigheid van een lintworm.
Ook cysten worden wel in verband gebracht met lintworm. Echter, de losse proglottiden in het lichaam kunnen ernstiger klachten veroorzaken, zoals koorts, hoofdpijn, spierpijn, toevallen, botbreuken, oogontstekingen, slechtziendheid, geheugenverlies, karakterverandering of zelfs hersenvliesontsteking. Wie op basis van het voorgaande de diagnose lintworm stelt, kan zich wenden tot de huisarts en krijgt, na bevestiging van de diagnose, doorgaans een lintworm dodend middel voorgeschreven.