Concept 'actieve schooldag' nog niet voldoende van start
Basisscholen kunnen meer doen om kinderen te laten bewegen tijdens schooldag. Dat stelt het Mulier Instituut op basis van eigen onderzoek.
De organisatie, die bijdraagt aan goed onderbouwd beleid, gericht op de bevordering van sport, sportief bewegen en versterking van de sportsector, sprak met directeuren en leerkrachten van vier scholenkoepels. De conclusie luidt dat het merendeel van de schooldirecteuren wel bekend is met het concept 'actieve schooldag', maar dat slechts één op de drie de implementatie hiervan daadwerkelijk ondersteunt.
Bij een actieve schooldag worden leerlingen gestimuleerd om tijdens de schooldag meer te bewegen. Dat kan bijvoorbeeld door het toepassen van bewegend leren, maar ook door een actieve invulling van de pauze en door kinderen te stimuleren om te voet of per fiets naar school te komen. Van de ondervraagde directeuren is 61 procent bekend met het concept van de actieve schooldag. Daarvan vindt het grootste deel dat zij verantwoordelijk zijn voor ondersteuning bij de implementatie. Dit lukt in de praktijk echter niet alle directeuren. Gebrek aan tijd speelt daarbij een rol. Veelal worden andere prioriteiten gesteld. Daarnaast voldoet 35 procent van de scholen nog niet aan de nieuwe wettelijke eis van twee lesuren bewegingsonderwijs per week, gegeven door een bevoegde leerkracht. Dit komt onder andere door een gebrek aan bevoegde (vak)leerkrachten of gebrek aan capaciteit in accommodaties. Enkele directeuren ervaren dat er weinig ruimte in en om de school is om leerlingen te stimuleren om te bewegen.
Bewegend leren niet structureel ingezet
Veel leerkrachten zetten bewegend leren in, maar slechts 17 procent doet dit dagelijks. Dit zijn vooral leerkrachten uit de onderbouw. De meerderheid van de leerkrachten (57%) heeft behoefte aan meer voorbereidingstijd. Directeuren ondersteunen de inzet van bewegend leren vooral (81%) door materiaal aan te schaffen. Tijd voor voorbereiding vrijmaken doen maar weinig directeuren (6%). Leerkrachten die dagelijks of wekelijks bewegend leren inzetten, ervaren minder vaak onrust in de klas tijdens en na een activiteit dan leerkrachten die het maandelijks of onregelmatig inzetten. Ook ervaren zij verschillende aspecten van de voorbereiding als eenvoudiger. Ze geven daarnaast vaker aan veel kennis te hebben over de toepassing, effecten en implementatie van bewegend leren.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek heeft het Mulier Instituut vragenlijsten voorgelegd aan directeuren en leerkrachten van vier scholenkoepels. Van november 2022 tot en met februari 2023 hebben 66 directeuren een vragenlijst ingevuld over verschillende onderdelen van de actieve schooldag. In februari en maart 2023 hebben 531 leerkrachten een vragenlijst ingevuld over bewegend leren.